De kerk van Purmerland
De kerk in Purmerland omstreeks 1780. De Gouwe (wegsloot), die van Landsmeer tot Purmerend liep is nog aanwezig. In Purmerend herinnert alleen nog een straatnaam aan dit water.
Om de oorsprong van de parochie te vinden gaan we terug naar de 14e eeuw (circa 1340 -1350). In die tijd was Purmerland namelijk de hoofdplaats en het centrum van wat men toen het Purmergebied noemde. Omgeven door een waterrijk gebied van meren zoals de Purmer, Wormer en de Beemster, lagen rond deze hoofdplaats de dorpjes Ilpendam, Neck, Den Ilp en Purmerend, waarvan de laatste zich snel zou ontwikkelen en de rol van Purmerland zal overnemen. Maar we keren terug naar de 14e eeuw, de mensen rond het Purmergebied waren toen sterk georiënteerd op Purmerland, waar de hoofdbestuurder (Baljuw) woonde, en ook het recht werd hier door de rechtbank (Vierschaar) gesproken. En natuurlijk niet onbelangrijk de kerk. Op zon- en feestdagen kwam het gelovige volk per boot of te voet over smalle paden naar de kerk van Purmerland om de Heilige Mis bij te wonen.
De eerste gegevens over de Purmerlandse kerk zijn zeer schaars, het begint al met de vraag wanneer is de kerk gebouwd? Het enige gegeven is dat ze er in 1347 stond. Waarschijnlijk is de eerste kerk gebouwd in het begin van de 14e eeuw, of hiervoor ook een kapel heeft gestaan laat de geschiedenis ons hier in het duister. In oude geschriften uit het jaar 1347 wordt de kerk van Purmerland genoemd als hoofdkerk van de parochie Purmer. Helaas is er geen enkele prent of tekening bekend, al bestaat er wel een oude beschrijving die verhaalt over een kruiskerk met een prachtige toren. Tijdens de Spaanse overheersing in 1574 trokken Spaanse troepen plunderend en verbrandend het hele dorp Purmerland door. Ook de kerk werd niet gespaard.
Omtrent de patroon van Purmerland is er lange tijd in het duister getast, daar er geen enkel geschiedenisboek of document hier melding van maakt. Men denkt echter een duidelijke aanwijzing gevonden te hebben op een oud wierookvat en meent op grond hiervan dat de patroon van Purmerland Sint Jan de Doper is geweest. De laatste pastoor van Purmerland was Embertus Dirksz die in 1568 is verdwenen, en met het verdwijnen van deze pastoor kwam er een einde aan de Sint Jan de Doper parochie. Haar functie zou worden overgenomen door Ilpendam.
Op 4 november 1410 verhief graag Willem VI van Holland, Willem Eggert, stichter van de Nieuwe Kerk te Amsterdam, tot Heer van Purmerland en Ilpendam, tevoren behorende aan het huis van Egmond.
In 1567 informeert Pastoor Engbertus Theodorici de Hertog van Alva, dat in Purmerland in het geheim gepredikt wordt voor de Calvenisten en Mennonisten. In 1568 begint de tachtig jarige oorlog.
In 1572 veroorzaken Spaanse soldaten uit de schans bij Ilpendam zoveel overlast, dat de Purmerlanders met vee en inboedel naar Purmerend vluchten. Daarop plunderen de Spaanse soldaten Purmerland en steken de kerk in brand.
In 1582 komt Pieter Jacobsz. Uit Purmerend als eerste predikant in Purmerland. In 1602 wordt de heerlijkheid Purmerland verkocht aan Edam en Monnickendam.
In 1618 gaat de heerlijkheid Purmerland over aan Volkert Overlander, de bouwer van het slot Ilpenstein in Ilpendam. Na zijn overlijden in 1630 komt de heerlijkheid in het bezit van Frans Banning Cock, burgemeester van Amsterdam. De hoofdpersoon van Rembrandts beroemdste schilderij de “Nachtwacht”. Te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam.
In 1640 brandt de grote kruiskerk in zijn geheel af. In 1641 wordt een begin gemaakt met de herbouw van de kerk. Kosten 17.281 gulden. De toren wordt van een hoge spits voorzien. In 1674 wordt de spits van de toren getroffen door een hevig onweer en raakte zwaar beschadigd. Bij dit noodweer werden in Purmerland bovendien 80 huizen zwaar beschadigd. Een zeer groot aantal wordt niet herbouwd door “onmacht” van de eigenaren. Door een overstroming in 1675 raakten ook de “kerklanden” onbruikbaar.
De inkomsten zijn sterk gedaald, de lasten sterk vergroot. De ingezeten zijn uitgeput door vermindering van kooplieden en schippers, door schipbreuken, neringloosheid, oorlog en vele andere onheilen, daarbij komt nog de zorg voor een zeer groot aantal arme weduwen en wezen. Aldus het kerkbestuur uit die periode.
Op 6 december 1789 wordt de kraamvrouw Trijnje Hartmans in de kerk begraven met haar eveneens overleden kind in haar armen.
In 1810 is er geen geld meer om de predikant te betalen, er wordt een hoofdelijke omslag ingevoerd.
1e klasse 2 stuivers in de week, 2e klasse 1½ stuiver , 3e klasse 1 stuiver en 4e klasse ½ stuiver. In 1812 wordt geconstateerd dat het kerkgebouw zeer bouwvallig is geworden. Daar er door Napoleon is verordonneerd dat er niet meer in de Kerken begraven mag worden en dus ook die inkomsten wegvielen, besloot het kerkbestuur om de kerk te slopen en een begraafplaats in te richten. De pastorie wordt omgebouwd tot kerk. In 1813 echter is van uit de gemeente tegenstand tot het slopen van de kerk. Er komen diverse giften binnen o.a. van Ilpendam en Purmerend. De oude kerk wordt voor 2/3 afgebroken en het overige gedeelte wordt hersteld en ingericht als kerk. Deze verbouwing werd door T. Kater uit Monnickendam uitgevoerd. Helaas was de kerk 20 jaar later alweer onbruikbaar.
De watersnood van 1825 richt grootte schade aan. De kerk ontvangt in 1826 een subsidie van 150 gulden van Koning Willem I voor het herstel van de kerk en 750 gulden voor het predikants-tractement gedurende drie jaar. In 1829 wordt de toren tot een kwart van zijn oorspronkelijke hoogte afgebroken.
Op 29 november 1836 wordt door een storm de kerk onbruikbaar. De oude secretarie wordt tot kerk ingericht. Op 20 december 1838 wordt het bouwen van een nieuwe kerk aanbesteed. Op 25 maart 1836 wordt de eerste steen gelegd door de oudste zoon van de heer G. De Graeff. Heer van Purmerland, Ilpendam en Zuid-Polsbroek die ook de preekstoel schonk.
Ook deze kerk vertoont al weer na enkele jaren gebreken. Vooral de toren blijft verzakken, zelfs zo erg dat men in 1894 besloot de toren te slopen. De heer J. De Boer uit Oostzaan neemt de sloop ter hand.Op 1 september 1897 wordt de eerste steen gelegd van een nieuw kerkgebouw. De inwijding van deze kerk is op 29 december van het zelfde jaar. Ook de toren wordt herbouwd.
Het neerhalen van de torenspits in 1894
Helaas was de kerktoren ook deze keer niet tegen de tijd bestand. In 1941 werd de torenspits verwijderd.
De toren kreeg zijn huidig aanzien.
In de toren hangt een unieke luidklok. Deze klok is in 1512 gegoten doorWilhelmus en Jasper Moer en is afkomstig uit de Oude Kerk in Amsterdam. De klok heeft een rand van palmetten en lelies, op de flank staat het Amsterdamse stadswapen. Het uurwerk is van 1878 en afkomstig van de firma Bergen uit Heiligerlee.
In 2007 vond in deze kerk de laatste dienst plaats. De kerk heeft nu een woonbestemming.
Purmerland - gezicht op de kerk omstreeks 1920
Purmerland - vanuit Purmerend